Wat was ik opgelucht toen ik ongeveer 20 jaar geleden voor het eerst over ‘pornoverslaving’ las. Ik had er al vaak op gegoogeld, want ik voelde dat ik geen controle had over mijn gebruik en ik voelde me echt een verslaafde. Op het moment dat ik die woorden las, viel er een enorme last van me af, want ik voelde me ineens een stuk minder alleen in mijn worstelingen met porno. Tegenwoordig krijg je bijna 400000 hits als je op het woord pornoverslaving googelt en zijn er inmiddels vele wetenschappelijke publicaties en boeken die het onderwerp van pornoverslaving behandelen. Officieel wordt pornogebruik niet als verslaving gezien en staat het niet als zodanig in de DSM, de internationale diagnostische handleiding voor psychische stoornissen. Toch heeft veelvuldig en compulsief pornogebruik veel gelijkenissen met verslavingen, zowel in de omgang met het middel als met de effecten op de hersenen van de gebruiker. Veel pornogebruikers zien zichzelf dan ook als verslaafd en in veel boeken over pornogebruik wordt het ook zo genoemd. Dit is op zich te rechtvaardigen, want naast de fysiologische effecten op je hersenen, hebben veel gebruikers het gevoel dat ze geen controle hebben over hun gebruik. Ze voelen zich een slaaf van porno: verslaafd. Er zijn echter ook zwaarwegende redenen om overmatig pornogebruik juist niet te classificeren als een verslaving, omdat dit het herstel van pornogebruikers in de praktijk belemmert.
De term verslaving is te zwart/wit voor pornogebruik
Ten eerste is deze benadering wel erg zwart/wit voor pornogebruik: het suggereert dat je of verslaafd bent of je bent het niet. Bij een daadwerkelijke lichamelijke verslaving aan een bepaalde substantie zoals alcohol of cocaïne kan het nuttig en nodig zijn om dit zo te benoemen, want het is duidelijk dat je een lichamelijke afhankelijkheid hebt en deze substantie niet meer moet gebruiken. Ook hebben de zware gebruikers die verslavende stoffen ook echt elke dag nodig omdat ze anders niet functioneren en ontwenningsverschijnselen krijgen. In het geval van porno varieert het gebruik vaak en is er meestal sprake van periodes van meer en minder gebruik. Bepaalde effecten die op ontwenningsverschijnselen lijken kunnen zich voordoen, en deze kunnen ook vrij sterk van aard zijn, maar deze zijn nog steeds niet te vergelijken met de zware lichamelijke en psychische effecten die stoppende alcohol- of drugsverslaafden ervaren. Bij porno treedt op een bepaald moment ook verzadiging op, waarbij je, met of zonder orgasme, geen stimulatie meer bereikt. Je kan dus niet eindeloos doorgaan zoals bij veel verslavende stoffen wel het geval is.
Een nog groter verschil met verslavende middelen is echter dat je behoefte aan porno ook sterk is verweven met je natuurlijke behoefte aan seks. Als je porno als verslaving ziet en deze verslaving wilt beëindigen, dan loop je er op een bepaald moment tegenaan dat je niet weet welk onderdeel of welke gradatie van je seksualiteit nou verslavend is. Vergelijk dit ook met jouw gradiënt van risicovol genot naar natuurlijk genot in Figuur 12. Uiteindelijk wil je als stoppende pornogebruiker waarschijnlijk wel gewoon seks kunnen hebben, maar geen porno meer kijken. Als je dit doortrekt naar alcoholverslaving, dan zou dit neerkomen op wel af en toe een biertje mogen drinken, maar geen sterke drank. Dat werkt niet. De zienswijze dat porno verslavend is, leidt ertoe dat pornogebruikers zwart/wit gaan denken en een 90-dagen ‘reboot’ gaan doen en dan verwachten te zijn ‘genezen’ van hun verslaving en weer verder kunnen met hun leven. Ze lopen er dan tegenaan dat ze moeite hebben om hun seksuele behoefte een plaats te geven in hun leven. Als je jezelf als pornoverslaafde ziet, ben je geneigd een snelle-fix te willen en vermijd je al snel een constructief en introspectief traject naar een leven zonder porno.
Pornogebruik gaat vaak samen met gebruik van andere middelen
Ten tweede heeft frequent pornogebruik vaak een functie in iemands leven. Porno wordt vaak gebruikt om niet in het huidige moment te zijn, om afstand te nemen van doelloosheid en vervelende situaties en om nare gevoelens of trauma te verzachten. In de meeste gevallen gebruikt met hier niet alleen porno voor, maar ook allerlei andere stimulerende middelen. Porno is dan vaak een onderdeel een heel spectrum aan relatief mild gulzig of mateloos gedrag, waarin porno één van meerdere stimuli is. Als je jezelf als pornoverslaafde beschouwd, dan zie je minder goed de algemene neiging tot dit ongeremde gebruik van middelen. Dit staat je dan in de weg om de oorzaken van dit gedrag te doorgronden. Als je stopt met porno, zal je namelijk merken dat je gaat rondlopen met een ‘leeg’ gevoel. In fysiologisch opzicht betekent dit dat de receptoren op je zenuwuiteinden (dopaminereceptoren) ineens niet meer geprikkeld worden. Het duurt een tijd voordat het aantal receptoren afneemt, dus tot die tijd ‘wachten’ die receptoren op een signaal. Dit geeft je dat gevoel van ‘leegte’ of ‘iets nodig hebben’, een gevoel dat iedereen wel kent, want we hebben zo allemaal onze manieren om ons ‘goed’ te voelen. Maar je zal dus merken dat je dan een sterkere neiging hebt tot stimulatie via bijvoorbeeld snoepen, koffie, alcohol, TV, telefoongebruik, roken, (soft)drugs, enzovoorts. Je moet je dus niet richten op je ‘pornoverslaving’, maar juist op je neiging om bepaalde stimuli te gebruiken op bepaalde momenten.
De term verslaving leidt juist tot verlies aan controle
Ten derde leidt de zienswijze dat excessief pornogebruik verslavend is er onnodig toe dat pornogebruikers zich machteloos voelen en in situaties waarin het moeilijk wordt snel de controle verliezen. Het algehele gevoel hierbij is dat je verslaafd bent, een slaaf bent van porno, en dus eigenlijk toch niet zelf je keuzes kan maken. De oorspronkelijke betekenis van verslaving is “een gedwongen dienstbaarheid zonder recht over het eigen leven te beslissen”. Deze instelling op zich staat goede en constructieve oplossingen in de weg. De kern tot herstel is namelijk het besef dat je wel controle hebt en dat je die controle geleidelijk aan gaat herpakken. Je zelf verslaafde, of slaaf van een middel, noemen is dan een onrealistisch zwaar stempel. Een term die ik voor mezelf ben gaan gebruiken is ‘vatbaar voor gulzig of mateloos gebruik’. We hebben porno eerder een risicovolle vorm van seksueel genot genoemd. De hunkering naar dit zwaardere genot kan worden geactiveerd door een behoefte aan natuurlijk genot. Het is dan een vorm van gulzigheid die er toe leidt dat je van mild natuurlijk genot een sterkere en overtreffende vorm van genot gaat zoeken.
Denkpatronen bij enerzijds personen die zichzelf als pornoverslaafde zien en anderzijds personen die zichzelf beschouwen als snel gulzig of mateloos in risicovol seksueel genot.
| Ik ben verslaafd aan porno | Ik heb de neiging gulzig te zijn |
| Ik heb geen controle over mijn gebruik | Ik kies vaak voor porno |
| Ik snap niet waarom ik zoveel en steeds weer gebruik | Ik begrijp waar mijn behoefte aan porno vandaan komt |
| Ik stop nu meteen volledig met alle vormen van verslavend gedrag | Ik leer hoe ik ruimte creëer tussen impuls en actie |
| Ik stop nu ‘cold turkey’ met porno totdat ik niet meer verslaafd ben | Ik neem stapje voor stapje meer regie over mijn leven |
| Als porno uit mijn leven is, dan heb ik geen problemen meer op seksueel vlak | Terwijl ik werk aan mijn herstel creëer ik een visie en een plan voor een voldoening-gevend seksleven |
| Ik word geleefd, ik heb geen controle | Ik neem verantwoordelijkheid over mijn leven, ik heb de touwtjes in handen |
Je blijft dus zelf die keuze houden en je kan stukje bij beetje die gulzigheid indammen. Je bent geen slaaf van de porno, maar je hebt een overweldigende behoefte aan porno’ waar je controle over kan nemen. En daarmee is deze vorm van mateloosheid ook veel beter te vergelijken met eventuele andere eigenschappen die je hebt: ‘vatbaar voor een overweldigende behoefte aan eten, drinken, telefoongebruik, enzovoorts’. Met deze term heb je ook geen last van de zwart/wit benadering van pornoverslaving, waarbij wordt geïnsinueerd dat je na je herstel niet meer verslaafd en dus hersteld zou zijn. Nu kan ik zeggen: ‘ik heb altijd al te maken gehad met een overweldigende behoefte aan porno. Die komt af en toe terug, maar ik heb mijn behoeftes nu onder controle’. Dat klinkt veel realistischer dan: ‘ik ben voor altijd verslaafd’ Of: ‘ik was verslaafd aan porno, maar nu niet meer’.
